Bestaat schijnzelfstandigheid eigenlijk wel?
De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) werd ingevoerd om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Maar: bestaat schijnzelfstandigheid eigenlijk wel? En belangrijker nog: is het werkelijk een probleem dat zo’n ingrijpende wetgeving rechtvaardigt? Als zzp’er zie ik de aanpak van schijnzelfstandigheid niet alleen als ineffectief, maar ook als schadelijk voor ons ondernemerschap en voor de markt.
Wat is het dan?
Schijnzelfstandigheid wordt vaak voorgesteld als een probleem waarbij zelfstandigen eigenlijk in loondienst zouden moeten zijn. Maar waarom zou interimwerk, wat ooit als een legitieme en gewaardeerde bedrijfsactiviteit werd beschouwd, nu ineens niet meer kunnen? Grote bedrijven mét personeel bieden interimdiensten zonder problemen aan. Een zzp’er wordt anders behandeld, enkel geredeneerd vanuit het arbeidsrecht.
Het lijkt er eerder op dat de werkelijke uitdaging niet bij zelfstandigen ligt, maar bij gedwongen zelfstandigheid. Als mensen tegen hun wil als zelfstandige moeten werken, is dat uiteraard problematisch. Logischer om dát probleem aan te pakken in plaats van een groep ondernemers te beperken in hun recht op ondernemen.
Is het een probleem?
Een veelgehoord argument om 'schijnzelfstandigheid' aan te pakken is dat zelfstandigen de sociale zekerheid ondermijnen omdat ze geen werknemerspremies betalen. Maar klopt dat? Zzp’ers dragen, net als andere ondernemers, via de inkomstenbelasting aanzienlijk bij aan de staatskas, vaak meer dan werknemers in loondienst. Met een belastingtarief van 37,5% tot 49,5% wordt een substantieel deel van hun inkomen bijgedragen aan publieke voorzieningen. Sociale zekerheid wordt daarmee ruimschoots gefinancierd, ook zonder de extra lasten van werknemerspremies.
Critici stellen dat zelfstandigen zichzelf in de problemen brengen omdat ze onvoldoende sparen voor hun sociale zekerheid. Maar de cijfers vertellen een ander verhaal. Bijna 40% van de zelfstandigen kan een jaar of langer zonder inkomen rondkomen, en nog eens 16% redt het enkele maanden. Dat is langer dan ondernemers met personeel. Veel zzp’ers bouwen bewust buffers op of regelen hun eigen verzekeringen. Dit zijn keuzes die passen bij ondernemerschap, niet bij loondienst.
Zelfstandigen weren uit zogenaamd ‘ingebed’ werk klinkt als een oplossing voor het bedachte probleem van 'schijnzelfstandigheid', maar wat levert het daadwerkelijk op?
Een hardnekkig misverstand is dat zelfstandigen plekken innemen die anders naar werknemers in vaste dienst zouden gaan. Maar dit klopt niet. In de praktijk werken zzp’ers vaak op plekken waar (op dat moment) geen vaste krachten voor te vinden zijn, of waar het budget incidenteel is en geen vaste aanstelling toestaat. Bedrijven kiezen ook bewust voor een flexibele schil van een bepaalde omvang om te kunnen inspelen op projectmatige behoeften. Als zzp’ers verdwijnen, zal dat niet automatisch leiden tot meer vaste banen. Deze mythe over de verdringing van vaste banen is al sinds de falende flexwetten doorgeprikt .
Stel dat zzp’ers verplicht werknemerspremies gaan betalen. De belofte van sociale zekerheid klinkt mooi, maar de praktijk is een ander verhaal. Zelfs na twee jaar premiebetaling zouden zelfstandigen slechts recht hebben op drie maanden werkloosheidsuitkering. Intussen kunnen ze niet verder werken aan hun financiële buffer, wat veel zzp’ers juist een stevige basis geeft. Voor arbeidsongeschiktheid bestaat al de plicht om een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) af te sluiten, dus dat vangnet is er al. Waarom zzp’ers verder belasten met regelingen waar ze weinig baat bij hebben? Er ontstaat door de tijdelijke opdrachten, die door de DBA straks deels als ondernemer en deels als 'werknemer' worden uitgevoerd, een lappendeken van voorzieningenopbouw die vooral administratieve rompslomp oplevert.
De personele druk in enkele sectoren, waaronder de zorg, zal toenemen. Veel zelfstandigen zijn juist uit loondienst gestapt vanwege de rigide arbeidsvoorwaarden, overbelasting en gebrek aan autonomie. Deze mensen dwingen terug te keren naar loondienst zal niet leiden tot een betere zorgsector. Integendeel, het risico is groot dat deze professionals helemaal afhaken, met alle gevolgen van dien voor een sector die al kampt met personeelstekorten. De anderen kunnen via een broker en dus tegen hogere kosten worden ingehuurd. Dat geldt voor schijnzelfstandigen en gedwongen zelfstandigen.
Wie profiteert hiervan?
Als zzp’ers verdwijnen, wie neemt dan hun plaats in? Waarschijnlijk zullen brokers en andere tussenpersonen inspringen, wat de kosten voor bedrijven verhoogt en de autonomie van professionals verder beperkt. Dit lost niets op. Sterker nog, het zorgt voor een verslechterde situatie waarin niemand – behalve de brokers – er beter op wordt.
Conclusie
De strijd tegen schijnzelfstandigheid is niet meer dan een schijnoplossing voor een probleem dat nauwelijks bestaat. Zelfstandigen dragen substantieel bij aan de economie, zijn doorgaans prima in staat hun eigen zaken te regelen en vormen een cruciaal onderdeel van een flexibele arbeidsmarkt. In plaats van hen te belemmeren met wetten zoals de DBA, moet de overheid hen juist ruimte geven om te ondernemen.
Laat zzp’ers zijn wie ze zijn: zelfstandige professionals die kiezen voor vrijheid, flexibiliteit en verantwoordelijkheid. Ondernemerschap moet worden gesteund, niet worden ondermijnd door misplaatste regelgeving. Het is tijd dat de overheid dit begrijpt en kiest voor een beleid dat past bij de praktijk.
Met dit betoog wordt helder waarom de wet DBA niet alleen onnodig, maar ook schadelijk is voor zowel zzp’ers als de arbeidsmarkt.
Dus: teken de petitie