Schijnzelfstandigheid is geen probleem
Comité ZZP • 24 december 2024

Alleen gedwongen zelfstandigheid is een probleem

Bestaat schijnzelfstandigheid eigenlijk wel?

De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) werd ingevoerd om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Maar: bestaat schijnzelfstandigheid eigenlijk wel? En belangrijker nog: is het werkelijk een probleem dat zo’n ingrijpende wetgeving rechtvaardigt? Als zzp’er zie ik de aanpak van schijnzelfstandigheid niet alleen als ineffectief, maar ook als schadelijk voor ons ondernemerschap en voor de markt.


Wat is het dan?

Schijnzelfstandigheid wordt vaak voorgesteld als een probleem waarbij zelfstandigen eigenlijk in loondienst zouden moeten zijn. Maar waarom zou interimwerk, wat ooit als een legitieme en gewaardeerde bedrijfsactiviteit werd beschouwd, nu ineens niet meer kunnen? Grote bedrijven mét personeel bieden interimdiensten zonder problemen aan. Een zzp’er wordt anders behandeld, enkel geredeneerd vanuit het arbeidsrecht.
Het lijkt er eerder op dat de werkelijke uitdaging niet bij zelfstandigen ligt, maar bij gedwongen zelfstandigheid. Als mensen tegen hun wil als zelfstandige moeten werken, is dat uiteraard problematisch. Logischer om dát probleem aan te pakken in plaats van een groep ondernemers te beperken in hun recht op ondernemen.


Is het een probleem?

Een veelgehoord argument om 'schijnzelfstandigheid' aan te pakken is dat zelfstandigen de sociale zekerheid ondermijnen omdat ze geen werknemerspremies betalen. Maar klopt dat? Zzp’ers dragen, net als andere ondernemers, via de inkomstenbelasting aanzienlijk bij aan de staatskas, vaak meer dan werknemers in loondienst. Met een belastingtarief van 37,5% tot 49,5% wordt een substantieel deel van hun inkomen bijgedragen aan publieke voorzieningen. Sociale zekerheid wordt daarmee ruimschoots gefinancierd, ook zonder de extra lasten van werknemerspremies.


Critici stellen dat zelfstandigen zichzelf in de problemen brengen omdat ze onvoldoende sparen voor hun sociale zekerheid. Maar de cijfers vertellen een ander verhaal. Bijna 40% van de zelfstandigen kan een jaar of langer zonder inkomen rondkomen, en nog eens 16% redt het enkele maanden. Dat is langer dan ondernemers met personeel. Veel zzp’ers bouwen bewust buffers op of regelen hun eigen verzekeringen. Dit zijn keuzes die passen bij ondernemerschap, niet bij loondienst.


Zelfstandigen weren uit zogenaamd ‘ingebed’ werk klinkt als een oplossing voor het bedachte probleem van 'schijnzelfstandigheid', maar wat levert het daadwerkelijk op?

Een hardnekkig misverstand is dat zelfstandigen plekken innemen die anders naar werknemers in vaste dienst zouden gaan. Maar dit klopt niet. In de praktijk werken zzp’ers vaak op plekken waar (op dat moment) geen vaste krachten voor te vinden zijn, of waar het budget incidenteel is en geen vaste aanstelling toestaat. Bedrijven kiezen ook bewust voor een flexibele schil van een bepaalde omvang om te kunnen inspelen op projectmatige behoeften. Als zzp’ers verdwijnen, zal dat niet automatisch leiden tot meer vaste banen. Deze mythe over de verdringing van vaste banen is al sinds de falende flexwetten doorgeprikt .

Stel dat zzp’ers verplicht werknemerspremies gaan betalen. De belofte van sociale zekerheid klinkt mooi, maar de praktijk is een ander verhaal. Zelfs na twee jaar premiebetaling zouden zelfstandigen slechts recht hebben op drie maanden werkloosheidsuitkering. Intussen kunnen ze niet verder werken aan hun financiële buffer, wat veel zzp’ers juist een stevige basis geeft. Voor arbeidsongeschiktheid bestaat al de plicht om een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) af te sluiten, dus dat vangnet is er al. Waarom zzp’ers verder belasten met regelingen waar ze weinig baat bij hebben? Er ontstaat door de tijdelijke opdrachten, die door de DBA straks deels als ondernemer en deels als 'werknemer' worden uitgevoerd, een lappendeken van voorzieningenopbouw die vooral administratieve rompslomp oplevert.


De personele druk in enkele sectoren, waaronder de zorg, zal toenemen. Veel zelfstandigen zijn juist uit loondienst gestapt vanwege de rigide arbeidsvoorwaarden, overbelasting en gebrek aan autonomie. Deze mensen dwingen terug te keren naar loondienst zal niet leiden tot een betere zorgsector. Integendeel, het risico is groot dat deze professionals helemaal afhaken, met alle gevolgen van dien voor een sector die al kampt met personeelstekorten. De anderen kunnen via een broker en dus tegen hogere kosten worden ingehuurd. Dat geldt voor schijnzelfstandigen en gedwongen zelfstandigen.


Wie profiteert hiervan?

Als zzp’ers verdwijnen, wie neemt dan hun plaats in? Waarschijnlijk zullen brokers en andere tussenpersonen inspringen, wat de kosten voor bedrijven verhoogt en de autonomie van professionals verder beperkt. Dit lost niets op. Sterker nog, het zorgt voor een verslechterde situatie waarin niemand – behalve de brokers – er beter op wordt.


Conclusie

De strijd tegen schijnzelfstandigheid is niet meer dan een schijnoplossing voor een probleem dat nauwelijks bestaat. Zelfstandigen dragen substantieel bij aan de economie, zijn doorgaans prima in staat hun eigen zaken te regelen en vormen een cruciaal onderdeel van een flexibele arbeidsmarkt. In plaats van hen te belemmeren met wetten zoals de DBA, moet de overheid hen juist ruimte geven om te ondernemen.

Laat zzp’ers zijn wie ze zijn: zelfstandige professionals die kiezen voor vrijheid, flexibiliteit en verantwoordelijkheid. Ondernemerschap moet worden gesteund, niet worden ondermijnd door misplaatste regelgeving. Het is tijd dat de overheid dit begrijpt en kiest voor een beleid dat past bij de praktijk.

Met dit betoog wordt helder waarom de wet DBA niet alleen onnodig, maar ook schadelijk is voor zowel zzp’ers als de arbeidsmarkt.


Dus: teken de petitie

door info 3 juni 2025
De val van het kabinet op 3 juni 2025 heeft ongetwijfeld belangrijke gevolgen voor de Wet DBA , de opvolgende wetgeving ( VBAR ) én de handhavingsplannen. Dit is te verwachten: 1. Verdere h andhaving (voorlopig) op pauze De geplande verdere intensivering van handhaving vanaf 1 januari 2025 (zoals aangekondigd door demissionair minister Van Gennip) stond al onder druk, maar is nu feitelijk on hold . Een nieuw kabinet zal eerst zelf richting moeten bepalen voordat de Belastingdienst of de Inspectie SZW handhavend op gaat treden. Verwachting: Beperkte handhaving zoals nu het geval is – alleen bij duidelijke kwaadwillendheid of flagrante schijnzelfstandigheid. 2. VBAR komt niet door de Kamer (voorlopig) Het wetsvoorstel VBAR (Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties) is nog niet behandeld door de Tweede Kamer. Door de kabinetsval wordt behandeling opnieuw uitgesteld — en waarschijnlijk niet meer in deze vorm voortgezet . VVD, NSC en BBB hebben in debatten en hun verkiezingsprogramma’s kritiek geuit op de inbeddingstoets en de vergaande gevolgen van VBAR voor “gewone” zelfstandigen. PVV en BBB zijn uitgesproken vóór meer ruimte voor zelfstandigheid. Verwachting: Het wetsvoorstel VBAR sneuvelt , of wordt grondig herschreven onder een nieuw kabinet. 3. Nieuwe koers op zzp-beleid waarschijnlijk soepeler Als het kabinet-Schoof alsnog geformeerd wordt, is te verwachten dat: De nadruk verschuift van handhaving naar keuzevrijheid voor zelfstandig ondernemerschap . Minder focus komt te liggen op strenge toetsing van de arbeidsrelatie, en meer op transparante afspraken en administratieve vereenvoudiging. Er mogelijk een nieuw traject start om de positie van zelfstandig ondernemers wettelijk te verankeren , zónder dat alle vormen van inbedding verboden worden. Kortom, meer richting een Zelfstandigenwet zoals die inmiddels is voorgesteld. Verwachting: Een meer pragmatische aanpak , met aandacht voor bescherming onderin de markt, maar ruimte bovenin. 4. Tijd van onzekerheid voor opdrachtgevers en zzp’ers Totdat er duidelijkheid is over een regeerakkoord én nieuwe wetgeving: Blijft de praktijk juridisch grijs . Is het verstandig om als opdrachtgever met modelovereenkomsten of transparante opdrachten te werken. Wordt beleidsmatige duidelijkheid pas na de zomer van 2025 verwacht. De val van het kabinet op 3 juni 2025 vertraagt de invoering en handhaving van de Wet DBA-opvolgers. Totdat er een nieuw kabinet is met een andere koers, blijft de handhaving op afstand en is het wetsvoorstel VBAR vrijwel kansloos. Een soepeler en praktischer zzp-beleid ligt nu voor de hand — maar tot die tijd blijft onzekerheid troef. OPROEP! Geef jouw input mee voor de volgende bewindspersoon, in de vorm van een bezwaar tegen het huidige beleid bij de Nationale ombudsman en de ACM. Danielle van Wieringen
door Comité ZZP 28 mei 2025
Zzp'en is een recht, geen maas in de wet
door Comité ZZP 23 december 2024
De voortdurende aantasting van de rechtspositie van zzp’ers is een obstakel voor ondernemerschap én sociale zekerheid.
door Comité ZZP 12 december 2024
Het oorverdovende stilzwijgen van werkgeversorganisaties over de wet DBA.
door Comité ZZP 12 december 2024
En nu..?
door duda-wsm 11 december 2024
Het uitzendbureau is geen alternatief voor zzp
door duda-wsm 11 december 2024
Comité ZZP heeft vandaag een position paper naar de Tweede Kamer gestuurd om aandacht te vragen voor de negatieve gevolgen van de aangekondigde handhaving van de Wet DBA. De wet, die bedoeld is om schijnzelfstandigheid tegen te gaan, leidt tot onzekerheid, vaak tot hogere kosten voor werkgevers en bedreigt het voortbestaan van de 1,6 miljoen zelfstandige professionals in Nederland.
door duda-wsm 11 december 2024
"De regeling heeft ons huishouden flink geraakt. Ook andere collega’s zien de opdrachten per direct droog lopen."